De IOTA Foundation wil een digitaal productpaspoort invoeren dat consumptiegoederen duidelijk identificeert. Dit is bedoeld om het recyclingpercentage te verhogen en zo de zogenaamde circulaire economie te ondersteunen.
In haar zoektocht naar use-cases in de reële economie vond de IOTA Foundation het idee van een digitaal productpaspoort. Het digitale productpaspoort (DPP) op basis van IOTA-technologie kan in de toekomst een belangrijk onderdeel worden van de zogeheten circulaire economie, schrijft de stichting in een recente blogpost. Het komt erop neer dat consumptiegoederen in de productiefase van een uniek DPP worden voorzien, dat informatie bevat over de herkomst en het gebruik tot en met de datum waarop de goederen worden gerecycleerd, aldus de Commissie. Dit versterkt de duurzaamheid en ondersteunt zo de klimaat- en milieubescherming.
Concreet wil de IOTA Foundation verschillende reeds lopende projecten samenbrengen met haar DPP 2.0. Recycling is bijvoorbeeld een van de doelstellingen van de European Blockchain Services Infrastructure (EBSI) met IOTA als projectpartner. De circulaire economie is daarentegen een onderzoeksthema aan het Imperial College in Londen, waaraan de IOTA Foundation miljoenen heeft geschonken. En bij de certificering van een DPP 2.0 zou de samenwerking van IOTA aan EPCIS 2.0, een aanstaande norm voor toeleveringsketens en producttraceerbaarheid, vruchten kunnen afwerpen.
IOTA’s inleiding tot DPP 2.0 benadrukt dat de eigen technologie met Tanglenet en de netwerken die erop gebouwd zijn, uiterst energie-efficiënt zijn. Een middelgroot netwerk van 450 minicomputers, geschikt voor IOTA, verbruikt slechts een fractie van de elektriciteit die nodig is voor een netwerk als Bitcoin (BTC). Nog een pluspunt van IOTA: acties in Tanglenet zijn gratis, een uniek verkoopsargument. Bovendien heeft de IOTA-technologie reeds in andere projecten bewezen dat zij geschikt is om te voldoen aan de strikte EU-voorschriften inzake gegevensbescherming.
In commentaren op IOTA DPP 2.0, bijvoorbeeld op Twitter, is het enthousiasme beperkt. Enerzijds vraagt men zich af of zelfs banale dagelijkse goederen, zoals de door de IOTA Foundation genoemde tandenborstel, digitaal traceerbaar moeten zijn. Kritiek weegt ook zwaar op de IOTA Foundation omdat ze voortdurend nieuwe projecten presenteert, maar geen herkenbare vooruitgang boekt op kernonderwerpen zoals Coordicide voor een gedecentraliseerde IOTA 2.0.
Conclusie: IOTA in de zomer inzinking – prijsontwikkeling niet bevredigend
Om een DPP 2.0 met IOTA op een brede basis te zetten, zouden bekende samenwerkingspartners uit de industrie nodig zijn. Maar tot dusver heeft IOTA geen dergelijke partners voor DPP; de verwijzing naar reeds lopende proefprojecten op aanverwante gebieden leidt in de richting van overheidsfinanciering en onderzoek. Ondertussen is de situatie van IOTA teleurstellend voor beleggers. Sinds het begin van het jaar is de prijscurve van IOTA gedaald van bijna 1,40 US dollar naar minder dan 0,30 US dollar, wat de negatieve trends van Bitcoin en Ethereum (ETH) in omvang overtreft. In deze omgeving kunnen vage ideeën zoals een DPP 2.0 geen positieve impuls geven aan de prijs van IOTA.
Leave a Reply